In de wet Taaleis staat dat bijstandsgerechtigden het Nederlands op voldoende niveau (1F niveau, wat gelijk staat aan einde basisonderwijs) moeten beheersen en indien dit niet het geval is, een inspanningsverplichting moeten leveren. Met andere woorden: als je niet goed Nederlands kunt spreken, schrijven en/of lezen, dan moet je aan de slag met taal. Sinds dit jaar hanteren we daarvoor ook in Delft een taaltoets.
Hoewel D66 het belangrijk vindt om mensen in de Bijstand te activeren, vroegen wij het college in de commissie van 17 mei jl. om niet primair te focussen op het naleven van de wet, het opleggen van sancties en het wijzen op tekortkomingen van deze mensen, maar meer op het op een positieve manier stimuleren aan de slag te gaan met taal voor een betere toekomst. Om niet de stok, maar de wortel te hanteren.
Hierbij blijft met name ook aandacht nodig voor de autochtone laaggeletterden. Het gaat om 2/3 deel van de ca. 13.000 laaggeletterden in Delft!. Zij hebben vaak wel voldoende onderwijs genoten, maar dreigen met deze wet tussen wal en schip te vallen, omdat hun taalproblemen verbloemd blijven. Juist ook voor hen draagt een cursus lezen en schrijven bij aan deelname aan de samenleving en zelfredzaamheid.
Wethouder Brandligt verzekerde ons dat dit ook de insteek is van het college en dat -naast de invoering van de Taaleis- de nota ‘Taal werkt’ uit mei 2015 van kracht blijft. In deze nota staat hoe wij in Delft werk maken van de aanpak van laaggeletterdheid. Want, zoals keer op keer uit diverse onderzoeken blijkt: beter lezen en schrijven biedt een grotere kans op een gezond en gelukkig leven, en op een baan! En daar zet D66 zich graag voor in."
Deze blog van de hand van collega Anne Bos verscheen ook op de website van D66 Delft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten